BEDREIGINGEN VAN DE OLIEBOLLENSTANDPLAATS
Beste collega’s, belanghebbenden & kermisliefhebbers,
Het kermisseizoen 2023 zit erop! Met de 61e ‘Ganzenmarkt’ van Coevorden en de ‘Leste Mert’ van Druten verdwijnen onze kermisattracties voor de komende 5 maanden weer uit het Nederlandse straatbeeld om plaats te maken voor zo’n 1.600 oliebollenkramen. En zo is in bijna ieder stadscentrum, dorpshart, bouwmarkt, outletcentrum, winkelplein, meubelboulevard, winkelcentrum, stationsplein of tuincentrum afgelopen weken alweer een gebakkraam verschenen, die minimaal tot en met zondag 31 december nagenoeg dagelijks geopend zal zijn (los van enkele christelijke gemeenten waar de zondag als verkoopdag nog steeds ter discussie staat).
Tot enkele jaren geleden was dit de normaalste zaak van de wereld. Exploitanten gingen zelf op zoek naar een mogelijke standplaats, vroegen een vergunning aan bij de desbetreffende gemeente en stonden zo vele jaren, soms decennia lang, zonder problemen op een vaste locatie. Gemeenten en nutsbedrijven werkten zelfs graag mee om faciliteiten zoals een eigen stroom- en wateraansluiting aan te leggen en te zorgen voor een correcte vuilwaterafvoer. Niets aan de hand. Er was ook zoiets als een ongeschreven regel dat je van elkaars standplaats af bleef. Maar de laatste jaren blijft helaas niets meer bij het oude.
De komst van Europese wetgeving omtrent de ‘schaarse vergunningen’ (november 2016) heeft de afgelopen jaren verschillende (met name grotere) gemeenten tot actie ‘gedwongen’ om te komen met een herziening van het plaatselijke standplaatsenbeleid. Vergunningen voor onbepaalde tijd (een plek voor het leven) zijn dus niet meer mogelijk. Iedere gemeente (342 in totaal) moet dus uiteindelijk komen met een eigen beleid. Met name de wijze van toewijzing als ook de periodiciteit blijkt voor veel beleidsmakers een struikelblok. Destijds kwamen de eerste gemeenten met een jaarlijkse vergunning waardoor geen enkele investering meer kon worden gedaan. Gelukkig heeft daar de ‘Handreiking’ van de VNG in 2018 (zie BOVAK website) verduidelijking in gebracht.
Momenteel speelt nieuw beleid rondom ‘schaarse vergunningen’ in onder andere Eindhoven en Utrecht. In Eindhoven is afgelopen jaar een gedrocht van een nieuw beleid ten uitvoer gebracht met alle gevolgen van dien. Een jaarlijkse toewijzing terwijl de landelijke overheid allang met duidelijke argumenten een veel langere periode (10 tot 15 jaar) heeft onderbouwd. Systemen die plat liggen op het moment van inschrijven, vaste locaties die aanvankelijk niet vermeld stonden. En collega’s die denken dat ze recht hebben op een standplaats die een andere collega al vele tientallen jaren heeft opgebouwd.
In Utrecht is een politieke poging om tot nieuw beleid te komen voor alle plaatselijke standplaatshouders met een jaar uitgesteld. Het voorstel kon rekenen op veel weerstand zowel vanuit de plaatselijke bevolking (via raadsleden van verschillende politieke partijen) als uiteraard ook vanuit de huidige standplaatshouders. Het voorstel moest terug naar de tekentafel met als belangrijkste opdracht; geen inschrijving (alleen) met toewijzing aan de hoogste bieder maar gebaseerd op criteria zoals, opgebouwd klantenbestand, kwaliteit, uitstraling, investering versus haalbare terugverdienperiode, maatschappelijke en sociale functie in het huidige straatbeeld, etc. Samen met de betrokken exploitanten houdt uw BOVAK uiteraard de vinger aan de pols om tijdig aan tafel te zitten tijdens het participatieproces en daar waar nodig van toegevoegde waarde te kunnen zijn bij het opstellen van het nieuwe herziene standplaatsenbeleid.
Naast de bedreiging door het fenomeen ‘schaarse vergunningen’ zijn wij de afgelopen jaren ook onderling helaas af en toe een bedreiging voor elkaar. Dat Weert destijds met nieuw standplaatsenbeleid kwam lag ‘m heel simpel aan het feit dat plaatselijke exploitanten met elkaar overhoop lagen. Gelukkig gaat het huidige beleid in 2024 op de schop en gaan ze sowieso de vergunningsperiodiciteit van momenteel 1 jaar minimaal verlengen tot een periode van een 10-jarige vergunning.
OLIEBOLLENKRAAM DOOR BRAND VERWOEST
In de vroege ochtend van donderdag 9 november jl. werden we helaas ook opgeschrikt door bedreigingen van een hele andere aard. Waarschijnlijk is brandstichting er de oorzaak van dat de prachtige en slechts enkele jaren oude gebakkraam van collega Joffrey Bierens op het Wagnerplein in Tilburg in vlammen is opgegaan. Dramatisch voor de eigenaar. Zonder inkomstenbron in deze belangrijke periode, maar met name moeten leven met de angst dat er kans is op herhaling. De regionale media pakt (weer) groot uit. Wederom een smet op de naam ‘Bierens’ en absoluut ook heel slecht voor imago in het algemeen. De betiteling ‘kermisoorlog’ is in de pers al gevallen….
Mocht na onderzoek overduidelijk blijken dat er sprake is van brandstichting dan hoop ik dat de dader(s) en mogelijke opdrachtgever(s) worden opgespoord en op de zwaarst mogelijke wijze worden gestraft voor hun daden.
Hartelijke groet,
BOVAK – Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders
Atze J. Lubach-Koers
Voorzitter